De Tegalalang rijstterrassen op Bali zijn eeuwenlang onveranderd gebleven. En terwijl je ze bij de meeste tochten alleen van veraf kunt zien, trek je op deze wandeltocht naar het hart ervan. Putu Adi, een van onze lokale gidsen, zegt: "Balinezen gebruiken geen pesticiden of kunstmest en toch zijn onze rijstvelden de meest productieve van Indonesië. Het draait allemaal om natuurlijk evenwicht”. Je trekt door delen van het eiland die relatief onontdekt zijn gebleven en je maakt kennis met manieren van leven die eeuwenlang hetzelfde zijn gebleven. Ook zie je hoe de lokale bevolking van het land leeft en kom je meer te weten over traditionele Balinese ambachten.
Je gaat door een landschap van bergtoppen in de jungle en open vlaktes waar boeren hun velden nog steeds omploegen met behulp van ossen. Putu Adi zegt: "Terwijl je langs de rijstterrassen loopt, ontdek je het begrip "subak". Het is het woord dat we gebruiken om een coöperatief waterbeheersysteem uit de 9e eeuw samen te vatten. Subak betekent dat alle boeren samenwerken om ervoor te zorgen dat hun gewassen goed worden geïrrigeerd en goed gedijen. In onze cultuur is rijst een geschenk van de goden, dus subak is deels samenleving, deels religie en deels landbouw”.
Subak is zo belangrijk dat het op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. En na de tocht zie je de traditionele ambachten in actie. Je kijkt hoe lokale boeren hun kegelvormige hoeden maken om de Balinese zon op afstand te houden, en proeft de verse jonge kokosnoot die zo van de boom is gesneden. Dan schuif je aan voor een lunch die wordt opgediend met een spectaculair uitzicht over de smaragdgroene rijstterrassen op de heuvels.
